‘Waarom doen mijn kinderen de ene keer wel wat ik ze vraag en kan ik de andere keer niet tot ze doordringen?’
Als je het aan een kind vraagt zul je antwoorden krijgen in de trant van:
‘Als ik uit school kom dan ben ik moe en als mijn moeder me dan vraagt of ik iets wil doen, dan doe ik net alsof ik haar niet hoor.’ ‘Soms ben ik zo druk met het spelen of gamen dat ik haar echt niet hoor.’ ‘Soms ben ik boos omdat er iets op school was gebeurd en dan heb ik gewoon geen zin om te doen wat ze zegt.’
Als je merkt dat je niet doordringt tot je kind stel jezelf de volgende vragen:
- Is er een negatief gevoel bij hem wat hem dwars zit en heb ik dit benoemd? ‘Het lijkt alsof er iets is gebeurd op school wat je dwarszit’. Als een kind sterke negatieve gevoelens heeft staat hij niet open voor wat voor verzoek dan ook.
- Kan ik haar een keuze geven wannéér ze iets moet doen, in plaats van erop te staan dat ze het ‘nu meteen’ doet? (‘Wil je voor het TV-programma onder de douche of erna?’)
- Kan ik laten kiezen hóé iets wordt gedaan? (‘Draag je je rugzak in je hand of op je rug?’)
- Is mijn verzoek terecht gezien de leeftijd en capaciteiten van mijn kind? Of verwacht ik dat een achtjarig kind perfecte tafelmanieren heeft?
- Vindt hij dat mijn verzoek onredelijk is? (‘Waarom mag ik van mijn moeder mijn sokken niet binnenste buiten aantrekken? Niemand die het ziet.’)
- Zijn er dingen in huis die kunnen worden veranderd en daardoor meer uitnodigen tot meewerkend gedrag? (Kun je een paar haken laag in de kast monteren zodat ze makkelijker haar kleren kan ophangen? Of kunnen een paar extra planken in haar kamer helpen zodat ze beter kan opruimen?)
- Is het voor iedereen duidelijk welke taken van hem of haar verwacht worden? Plan een familievergadering en maak met elkaar een takenlijst en hang die op een groot vel in de gang of keuken. Bijvoorbeeld rugzak opruimen uit school, tafel dekken, helpen afruimen, vaatwas inruimen. (Een kind wat kan gamen kan ook een vaatwasser vullen)
- Wordt de meeste tijd die ik met mijn kind doorbreng gedomineerd door haar te vragen dingen voor mij te doen? (takenlijst helpt dan heel goed, staan ze te klagen tegen de lijst ipv tegen jou)
Soms moeten er dingen gedaan worden, ook al heeft je kind daar helemaal geen zin in. Wat dan kan helpen is dat je het gevoel benoemd en informatie geeft: ‘Je hebt helemaal geen zin om de tafel te dekken, dat zie ik (benoem het gevoel). Volgens de takenlijst heb jij beurt op woensdag (geef informatie). Zet je eerst de borden neer of pak je eerst de glazen?’ (geef een keuze).
Kinderen moeten al zoveel de hele dag dat het eigenlijk best logisch is dat ze weerstand bieden. Deze vaardigheden kunnen helpen om die weerstand te verminderen.