Voor 15:00 besteld, morgen in huis
5 sterren op Google
200.000+ tevreden klanten
190.000 volgers op Instagram

Autonomie & de dagelijkse strijd

Een van onze belangrijkste taken als ouders is om onze kinderen te helpen los van ons te komen. We moeten ze helpen om onafhankelijke personen te worden die op een dag in staat zullen zijn zelfstandig te functioneren. We kunnen veel voor onze kinderen betekenen. We kunnen ze opvoeden tot zelfstandige, onafhankelijke personen door ze dingen zelf te laten doen, door ze zelf te laten worstelen met hun problemen en door ze te laten leren van hun eigen fouten. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik weet nog goed hoe mijn eerste kind aan het tobben was met zijn schoenveters en ik na tien seconden geduldig te hebben toegekeken het van hem over nam. En als mijn dochter een beetje onenigheid had met een vriendinnetje stond ik al klaar met mijn welgemeende adviezen. Ik had toch immers alle oplossingen zo paraat. Het is toch niet erg om kinderen te helpen met hun veters, of ze te vertellen hoe ze een ruzie met een vriend moeten oplossen, of te voorkomen dat ze fouten maken? Tenslotte zijn kinderen jonger en minder ervaren en ze zíjn nu eenmaal afhankelijk van de volwassenen in hun omgeving.

Dit is precies de kern van het probleem. Als een persoon voortdurend afhankelijk is van iemand anders dan ontstaan er bepaalde gevoelens. In beperkte mate zal het kind zich dankbaar voelen. De gevoelens van hulpeloosheid, niet serieus genomen worden, wrok, frustratie en boosheid zullen echter overheersen. Dit feit plaatst ons voor een dilemma. Aan de ene kant zijn onze kinderen duidelijk afhankelijk van ons. Ze zijn jong en onervaren en daarom moeten we veel dingen voor ze doen, veel aan ze vertellen en ze veel laten zien. Aan de andere kant kan hun afhankelijkheid leiden tot vijandige gevoelens en woede.

We kunnen er naar streven deze afhankelijkheid te verminderen zodat het verantwoordelijke mensen worden die zelfstandig kunnen functioneren. Daarnaast groeit hierdoor hun zelfvertrouwen en vermindert het de dagelijkse strijd. Gelukkig doen zich dagelijks gelegenheden voor om de autonomie van onze kinderen te stimuleren. Want wat doe je met wangen vol lippenstift; helpen schoonmaken of reik je ze de snoetenpoetsers of natte washand aan? En wat als je kind perse moonboots aan wil op die hete zomerdag? Door het toepassen van de How2talk2kids vaardigheden kunnen we kinderen helpen op zichzelf te vertrouwen, in plaats van op ons.

Stel je voor je, de regen striemt tegen de ramen, het is nog donker, half 8 ’s ochtends, je staat net de broodtrommels te organiseren. Je kind van 5 komt trots aangerend met haar teenslippers. ‘Mam, deze doe ik aan vandaag!’

Als volwassenen het probleem beschrijven geeft dit kinderen de kans zichzelf te vertellen wat ze moeten doen. Als er informatie wordt gegeven kunnen kinderen vaak zelf bedenken wat ze moeten doen.

Een reactie die autonomie aanmoedigt kan zijn:

‘Wat denk jij? Misschien kun je even buiten voelen of het een goed idee is om deze aan te doen vandaag.’

Mocht je kind dan dolenthousiast terugkomen geef je informatie: ‘Slippers trekken we aan als het buiten droog is en 18 graden, we kijken zo samen op de iPad hoeveel graden het vandaag wordt.’

Het lijkt wellicht vanzelfsprekend en logisch. Uit ervaring blijkt dat het volharding en oefening vergt om op een manier tegen een kind te praten die zijn onafhankelijkheid aanmoedigt. Maar op dit gebied geldt: time is on our side. Oftewel we hebben tijd genoeg met onze kinderen om dit uitgebreid te oefenen.