In 5 stappen een alternatief voor straf
Neem bijvoorbeeld de volgende situatie: Mees wil niet uit de douche. Hij ligt languit op de douchevloer en reageert niet op je verzoeken (erkennen gevoel + coöperatief gedrag). De stoom komt inmiddels uit je oren.
Reactie op de ‘oude’ manier zonder vaardigheden van How2talk2kids:
“Nù uit de douche Mees”, Mees: “Neeeeee!”
“Ik zeg het je nu voor de laatste keer: NU uit de douche.” Mees: “Neeeee!”
“Als jij niet onder die douche vandaan komt gaan we ook niet voorlezen.” Mees: “Ik ga niet uit de douche.”
“Oke”, je pakt Mees en droogt hem net iets te hard af. Mees: “Je doet me pijn!” en begint te brullen.
Mogelijke uitkomsten:
- Je brengt hem naar bed, krijsend, want je gaat niet voorlezen (“Had je je maar eerder moeten bedenken”). Eenmaal beneden voel je je schuldig.
- Je zwicht en leest toch een kort verhaaltje. (Eenmaal beneden denk je: “Nu kreeg hij toch weer z’n zin”).
- Je partner roept van beneden: “Wat is er aan de hand?” Mees: “Mama doet me pijn!”. Partner komt boven en gaat Mees voorlezen; jij bent er helemaal klaar mee.
Had dit ook anders gekund?
Stappenplan Alternatieven voor straf
1. Noem je gevoelens
Uit je sterke afkeuring zonder het kind persoonlijk aan te vallen. Praat alleen over hoe jij je voelt.
“Wat ik zie vind ik niet leuk.”
2. Noem je verwachtingen
Vertel het kind hoe je wilt dat het zich gedraagt of wat je van hem of haar verwacht.
“Ik verwacht dat als mama vraagt of je onder de douche vandaan komt, je uit de douche komt.”
3. Vertel hoe hij zich kan/moet verbeteren
Is er iets dat het kind kan doen om de situatie te verbeteren; nu of in de toekomst? Op sommige momenten heeft een kind het nodig dat hij onze afkeuring voelt (noem je gevoelens). Naast onze afkeuring moeten we het kind ook altijd een kans geven het goede gevoel over zichzelf te herstellen en zichzelf weer te zien als een gerespecteerd, verantwoordelijk persoon.
Is er iets dat het kind kan doen om de situatie te verbeteren nu of in de toekomst?
“Je kunt nu onder de douche vandaan komen zodat ik je kan afdrogen en we kunnen voorlezen.”
4. Geef een keuze
Laat je kind weten wat zijn keuzes zijn (positief/negatief). Geef een positieve en een negatieve keuze. Dit doe je echter pas op het moment dat je kind over jouw grenzen is heen gegaan en je het voldoende de gelegenheid hebt gegeven om zichzelf te verbeteren. Belangrijk hierbij is dat beide keuzes een logisch gevolg zijn van het gedrag van het kind.
“Dit zijn je keuzes: of je blijft liggen in de douche en dan ga ik eerst je broer in bed leggen dan hebben we geen tijd om voor te lezen of je kiest om er nu uit te komen dan kan ik je helpen en hebben we tijd om een verhaaltje te lezen.”
Als het kind doorgaat……
Mees blijft languit liggen in de douche: “Ik zie dat je hebt gekozen.”
5. Ga over tot actie
Moeder gaat broer naar bed brengen. Daarna helpt ze vrolijk Mees die poeslief uit de douche loopt. Mees denkt dat hij er goed mee weg komt. Maar moeder weet dat Mees de gevolgen van haar gedrag gaat ervaren. Laat het kind de gevolgen ervaren van zijn gedrag. Zonder te moraliseren of lezingen! Erken gevoel van boosheid: “Er komen nog genoeg momenten; jij hebt gekozen.”
Mees in pyjama in bed: “Mam, gaan we voorlezen.”
“Nee, vandaag niet. Jij hebt gekozen.”
Huilpartij van Mees.
“Ja, je vind het niet leuk, je had graag willen voorlezen (erken het gevoel). Er komen nog genoeg moment om voor te lezen, vandaag heb jij gekozen” (zonder lezing/moraliseren).
De volgende dag zei Mees nog voordat hij de douche in ging: “Vandaag kies ik om voor te lezen.” En ging zonder morren onder de douche vandaan.
Bij het stappenplan alternatieven voor straf is het innerlijke denkproces van het kind anders. Hij heeft zelf gekozen, waardoor jij ook niet langer de boeman bent.