Voor 15:00 besteld, morgen in huis
5 sterren op Google
200.000+ tevreden klanten
190.000 volgers op Instagram

Voor de zoveelste keer ligt de jas in de gang

Als je met de How2talk2kids vaardigheden aan de slag gaat is het flink wennen in het begin. En niet alleen voor ons, ook kinderen moeten aan de vaardigheden wennen. In het begin gebruik je dan soms ook meerdere vaardigheden achter elkaar. Uitsluitend de vaardigheid ‘beschrijf het probleem’ is vaak niet voldoende. Stel dat er voor de zoveelste keer een jas in de gang blijft liggen. Je gaat aan de slag en zegt met de juiste grondhouding: ‘Ik zie een jas in de gang liggen’, grote kans dat er dan niet gelijk een kind naar beneden komt rennen om zijn jas op te hangen. Uitsluitend beschrijven van het probleem is dan niet voldoende. Combineer dan meerdere vaardigheden:

Beschrijf het probleem:
‘Ik zie een jas in gang’

Geef informatie:
‘Als er een jas in de gang ligt kan er iemand over vallen’

Plak regels aan situaties:
‘Iedereen in dit huis hangt gelijk als hij thuis komt zijn eigen jas op de kapstok.’

Noem je verwachtingen:
‘Ik verwacht dat als je thuis komt je je jas op de kapstok hangt.’

Geef een keuze:
‘Hang je je jas met je rechterhand of met je linkerhand op?’
‘Ruim je eerst je tas op of hang je eerst je jas op?’
‘Wil je zodra je je jas hebt opgehangen komkommer of een appel?’
‘Hang je je jas op met je ogen dicht of met je ogen open?’

Gebruik plustaal:
Zodra de jassen aan de kapstok hangen kun je hier je fruitbakje/koekje opeten.

Zeg het met één woord:
‘Jas!’ (en niet Ja-has)

Schrijf:
Hang een briefje op voordat ze de gang verlaten of de trap opgaan (ja kan de avond van te voren):
‘Hang ik aan de kapstok? Dan mag je naar boven! groetjes je jas’
Stuur een appje: ‘Hangen we al aan de kapstok? groeten je jas en je tas’

Gebruik humor:
‘Ik hoor een jas roepen: “Ik lig hier zo koud op de tegels ik wil naar mijn vrienden aan de kapstok”
of ‘Volgens mij hoor ik een jas roepen in de gang die graag wil worden opgehangen’

Ook kun je het jassen probleem aansnijden aan tafel om over te ‘problem solven’:
‘Ik wil het met jullie hebben over de jassen in de gang; elke dag liggen er jassen in de gang die vies worden en waar je over kan struikelen.’
Mogelijke reacties: ‘Ja maar hij….’ , ‘…de hond heeft het gedaan’, ‘…ik moest de cavia schoonmaken’, ‘de baby heeft ’t gedaan….’
‘Jongens, ik wil geen beschuldigingen in het verleden; ik wil oplossingen horen voor de toekomst, ik wil ideeën en oplossingen horen die we kunnen gebruiken vanaf morgen.’ Schrijf alle ideeën op en doorloop samen welke ideeën voor jullie allemaal kunnen werken.

Hoe we omgaan met de gewone alledaagse dingen legt de basis voor hoe wij, en zij later, omgaan met de grote dingen. Hoe we omgaan, met in wezen een futiliteit als een jas in de gang, een klaagzang over tafeldekken of een niet opgeruimde kamer kan een relatie met je kind verbeteren of verslechteren. Door de manier waarop we reageren op de ups en downs van onze kinderen en hoe we reageren op wat ze hebben gedaan of juist niet hebben gedaan kunnen we ze van ons verwijderen of trekken we ze juist naar ons toe en versterken we hun band met ons.

Veranker deze manier van communiceren in je systeem. Volg de workshop.