Mijn kinderen gaan elkaar fysiek te lijf
Wat doe je met een kind dat, om wat voor reden dan ook, een broertje of zusje fysiek te lijf gaat? En dat terwijl je al tientallen keren hebt aangegeven: ‘Zeg met woorden wat je wilt, niet met je handen.’ Stel dat het kind toch weer slaat, schopt of bijt. Moet je op een gegeven moment geen maatregelen nemen?
Straf zal op korte termijn het slechte gedrag stoppen, op langere termijn kan het echter een zeer negatieve invloed op de onderlinge relatie van de kinderen hebben. Het kind dat gestraft wordt, zal de broer of zus als oorzaak van de straf zien, en het hem of haar zeer kwalijk nemen, met alle mogelijke gevolgen van dien. Hetzelfde gebeurt bij een time out, waarbij een kind enige tijd apart wordt gezet om na te denken of tot rust te komen. Hoe kun je een klein kind op een behulpzame manier duidelijk maken dat het zijn broertje of zusje geen pijn mag doen? Hiervoor bestaat een stappenplan. In het voorbeeld hieronder doorloopt een moeder de stappen met haar dochter, om samen naar een oplossing te zoeken voor het volgende probleem: Anouk (4 jaar) heeft vanochtend haar broertje Job (18 maanden) zo hard geduwd, dat hij viel en heel hard met zijn hoofd op de stenen vloer terecht kwam. Het was niet de eerste keer dat iets dergelijks gebeurde.
Stap 1: Praat over de gevoelens en de behoeftes van het kind.
Moeder: Vanmorgen was je zo boos op Job, dat je hem duwde.
Anouk: Hij doet stom!
Moeder: Mmm, je hebt echt last van hem.
Anouk: Ik was de rails voor de trein aan het leggen en hij bleef ze maar weghalen.
Moeder: Dat is inderdaad niet leuk, als iemand de hele tijd de rails pakt, terwijl jij ermee aan het spelen bent. Is er nog iets anders dat hij doet en wat jij niet leuk vindt?
Anouk: Hij pakt altijd mijn speelgoed af en hij eet mijn klei op. En hij heeft mijn dvd van Sesamstraat kwijt gemaakt.
Moeder: Dus hij doet veel dingen die jij niet leuk vindt.
Anouk: Jaaa!
Stap 2: Praat over jouw gevoelens en behoeftes.
Moeder: Ik word heel boos als een van mijn kinderen de ander pijn doet.
Stap 3: Zoek met elkaar naar oplossingen.
Moeder: Laten we eens kijken of we een paar oplossingen kunnen bedenken, waar jullie alle twee mee geholpen zijn.
Stap 4: Schrijf alle ideeën op – zonder te oordelen.
Anouk: Sluit Job in zijn kamer op.
Moeder: Goed, dat schrijf ik op. Wat nog meer?
Anouk: (lachend) Bind hem vast in zijn stoel.
Moeder: Staat genoteerd. Ik heb er ook nog een: geef Job een paar stukjes van de rails. Wat nog meer?
Stap 5: Besluit welke ideeën jullie goed vinden, welke niet en met welke jullie willen doorgaan.
– Zeg tegen Job: ‘Ik ben er nu mee aan het spelen. Zodra ik klaar ben, mag jij ermee spelen.’
– Geef Job een paar stukjes van de rails.
– Speel aan een hoge tafel, zodat Job er niet bij kan.
– Speel met sommige dingen (zoals klei), als Job ’s middags slaapt.
– Als niets werkt, roep: ‘Mama, ik heb hulp nodig.’