Wanneer en hoe ontwikkelt het zicht van een baby?

In het kort: wat ziet een baby?
-
Scherpste afstand: ~20–30 cm (perfecte knuffel-/voedingsafstand).
-
Kleuren & contrast: houdt van hoog contrast (zwart/wit) en gezichten; kleurwaarneming is nog beperkt.
-
Scherpte: wazig in de verte; details komen later.
-
Oogstand: af en toe scheel kijken kan normaal zijn tot ± 3 maanden. Blijft het? Laat checken.
Tip: Kies speelgoed met duidelijke randen/contrasten en laat je gezicht rustig binnen 20–30 cm zien.
Ontwikkeling per leeftijd (globaal)
Leeftijd is vanaf geboortedatum (prematuur? reken met gecorrigeerde leeftijd).
0–1 maand
-
Wat kan je baby: licht/donker onderscheiden, extreem gevoelig voor contrast; kort oogcontact.
-
Mijlpalen: reageert op felle lichtbronnen; natuurlijke voorkeur voor gezichten.
-
Speeltips: zwart-wit kaarten; rustige mobile met grote vormen; tummy time (korte blokjes).
2 maanden
-
Wat kan je baby: kort objecten fixeren en beginnende volgbewegingen.
-
Mijlpalen: eerste sociale glimlach bij oogcontact.
-
Speeltips: langzaam een rammelaar van links naar rechts bewegen binnen 25 cm.
3–4 maanden
-
Wat kan je baby: betere kleurwaarneming (vooral rood/groen), scherpere focus, dieptezicht (binoculair) start.
-
Mijlpalen: volgt objecten vloeiender, handjes komen in beeld.
-
Speeltips: gekleurde rammelaars, spiegelspel, kruislings bewegen (visueel + motorisch).
5–6 maanden
-
Wat kan je baby: diepte-inschatting verbetert; hand-oogcoördinatie groeit snel.
-
Mijlpalen: gericht grijpen, voorwerpen wisselen van hand, naar spelletjes reiken.
-
Speeltips: stapelbekers, zachte ballen die langzaam rollen, boekjes met grote platen.
7–9 maanden
-
Wat kan je baby: herkent mensen op afstand; kijkt doelgericht naar kleine objecten.
-
Mijlpalen: kruipen/optrekken helpt het ruimtelijk inzicht.
-
Speeltips: verstopspelletjes (kiekeboe), zoekspel met twee bekers (objectpermanentie).
10–12 maanden
-
Wat kan je baby: snel schakelen tussen dichtbij/verder weg; gebaren en mimiek lezen.
-
Mijlpalen: wijst, bladert mee in kartonnen boekjes.
-
Speeltips: aanwijzen/benoemen (“waar is de bal?”), samen lezen.
12–18 maanden
-
Wat kan je peuter-in-spe: beter detailzicht, simpele puzzels/ vormen sorteren.
-
Mijlpalen: imiteert handelingen, herkent plaatjes, wijst lichaamsdelen aan.
-
Speeltips: vormenstoof, eenvoudige puzzels (grote knopjes), buiten wandelen voor diepte/afstand.
Wat is normaal (en wat niet)?
Vaak normaal
-
Af en toe scheel kijken tot ± 3 maanden.
-
Tranen/traanoogjes (verstopt traanbuisje) in de eerste maanden.
-
Kort “staren” wanneer je baby moe is.
Laat checken (bel je huisarts/consultatiebureau)
-
Constant scheelzien na 3–4 maanden of plots scheelzien op elke leeftijd.
-
Geen oogcontact of niet volgen met de ogen tegen 3 maanden.
-
Wit of grijs lichtweerkaatsende pupil op foto’s (leukokorie), troebel hoornvlies, of duidelijk verschillende pupildiameters.
-
Ernstige lichtschuwheid, trillen van de ogen (nystagmus), of duidelijke asymmetrie in oogstand.
-
Aanhoudend knijpen/wrijven, opvallend dicht bij objecten willen zijn.
Prematuur? Gebruik de gecorrigeerde leeftijd (uitgerekende datum als startpunt); visuele mijlpalen lopen dan vaak enkele weken/maanden op.
9 simpele manieren om het kijken te stimuleren
-
Gezicht eerst: praat dichtbij (20–30 cm), overduidelijke mimiek.
-
Hoog contrast: zwart-wit patronen, daarna primaire kleuren.
-
Bewegend maar rustig: verplaats speelgoed langzaam links-rechts/boven-onder.
-
Tummy time meerdere keren per dag (korte sessies ⇒ opbouwen).
-
Licht slim gebruiken: daglicht aan, feller licht gedimd; vermijd flikkerende verlichting.
-
Boekjes vanaf week 6–8: grote platen, weinig prikkels per pagina.
-
Spiegelspel: samen in de spiegel kijken en benoemen wat je ziet.
-
Buiten kijken: bladeren, wolken, schaduwen—gratis visuele gym.
-
Schermen? Onder 18 maanden liever niet