Howto Toolkit voor Newborn
Lees deze drie handige artikelen
Hoe stimuleer je het brein van je baby?
Het belang van zwart-wit patronen en primaire kleuren
In de eerste paar maanden na de geboorte maakt het brein van je baby dagelijks honderdduizenden nieuwe verbindingen aan. Dit proces heet ook wel ‘synaptogenese’. In deze periode zijn de hersenen van je baby het meest vormbaar. De hersenverbindingen die je baby in deze tijd aanmaakt, vormen de basis voor de hersenontwikkeling in de toekomst. Deze fase is daarom ontzettend belangrijk.
Hoe het brein zich ontwikkelt is deels genetisch bepaald, en wordt voor een belangrijk deel ook door de omgeving bepaald. Als ouder kun je een belangrijke bijdrage leveren om deze ontwikkeling zo goed mogelijk te laten verlopen. Je kan de hersenontwikkeling niet versnellen, maar wel vertragen als de hersenen van je baby niet voldoende gestimuleerd worden.
Het is dus belangrijk dat je je baby biedt wat hij nodig heeft. In de eerste levensfase ontwikkelen de hersenen veel door te kijken. Je baby kan nog niet veel bewegen, maar het zicht ontwikkelt snel. Deze visuele prikkels zijn voor je kleine al reuze interessant én leerzaam. Vooral zwart-wit patronen en kleuren spelen een grote rol.
Je baby vindt zwart-wit patronen interessant
De ogen van je baby richten zich van nature op contrasten. Een schaduw of een donkere lijst op een lichte muur kunnen al fascinerend zijn. Je baby kan hier best een tijdje naar staren. Dat is logisch: je baby ziet alles voor het eerst.
Baby’s hebben vaak de voorkeur voor geometrische figuren. Dit kan te maken hebben met de aangeboren neiging om naar gezichten te kijken. Gezichten hebben namelijk bepaalde geometrische eigenschappen, zoals twee ogen boven een mond. Je baby ziet in de eerste dagen nog niet scherp, en herkent mensen dus vooral aan die vormen. Geometrische figuren doen je baby hieraan denken.
Van figuren naar gezichten herkennen
Rond de vier maanden verbetert het zicht van je baby en begint hij gezichten te herkennen. Je kan deze herkenning al eerder stimuleren. Gebruik hiervoor contrastrijk speelgoed zoals zwart-wit kaarten. Deze leren je baby over geometrische figuren. Als je baby hier veel ervaring mee heeft, zal hij meer hersenverbindingen hebben aangemaakt die deze patronen herkennen. Je baby zal gezichten dan ook beter herkennen.
2 maanden oud? Tijd voor kleur!
Vanaf twee maanden begint je baby ook kleuren te zien. De kleurperceptie ontwikkelt langzaam. Je baby ziet eerst alleen de primaire kleuren: rood, geel en blauw. Je baby leert deze kleuren te onderscheiden als je ze naast elkaar laat zien. Gebruik hiervoor kleurrijk speelgoed, zoals de kleurenkaart uit de toolbox.
Hoe zet je contrast- en kleurenkaart in?
- Begin voor een baby van 0-2 maanden oud met de contrastkaart.
- Als je baby 2 maanden of ouder is, kan je beide kaarten aanbieden.
- Plaats de kaarten op een plek waar je baby ze kan zien. Zorg ervoor dat je baby de kaarten niet kan pakken.
- Je kunt de kaarten ook vasthouden terwijl je baby ernaar kijkt. Houd tussen de kaart en je baby ongeveer evenveel afstand als de lengte van je onderarm.
- Laat de kaart zien totdat je baby zelf wegkijkt. Dit kan een paar seconden of zelfs minuten duren.
- Beweeg de kaarten langzaam naar voren en naar achteren. Hierdoor leert je baby bewegende objecten te volgen. Dit is een belangrijke ontwikkeling voor het zicht van je baby.
- Zet de kaarten ook in bij tummy-time. Plaats de kaarten voor je baby zodat hij zijn hoofd optilt om de kaarten te bekijken. Hierdoor versterken de nek- en schouderspieren.
- Plaats de kaarten ook eens naast je baby als hij op zijn rug ligt. Laat de kaarten even lang aan elke kant zien. Zo stimuleer je de spieren aan beide kanten even veel.
- Herhaal de kaarten twee tot drie keer per dag.
- Je kan de kaartenset ook aan de muur hangen zodat je baby ernaar kan kijken. Kunst stimuleert de creativiteit van je kind.
Je baby’s eerste reflexen
De ontwikkeling vanaf dag één
Vanaf het moment dat je baby ter wereld komt, begint een fascinerende periode. Je baby kan vanaf de geboorte namelijk al ontzettend veel. Vanaf dag één heeft je baby al reflexen voor het drinken, grijpen en schrikken. Deze reflexen zijn niet alleen belangrijk tijdens de eerste dagen, maar ook voor het aanleren van nieuwe vaardigheden. Hoe zie je dit terug bij je kind? En waarvoor zijn de reflexen belangrijk? Wij leggen je uit hoe het zit.
Waarom zijn reflexen belangrijk?
Reflexen zijn belangrijk voor je baby in de eerste dagen. Ze zorgen ervoor dat je baby binnen én buiten de baarmoeder kan overleven. Binnen de baarmoeder kan je baby zich met behulp van reflexen vasthouden wanneer jij hem draagt. Buiten de baarmoeder helpen reflexen je baby om de weg te vinden in deze nieuwe wereld. Zo weet je baby bijvoorbeeld hoe en waar hij moet drinken.
Ook leert je baby vanuit reflexen bewegen. Reflexen zijn een eerste oefening voor spierkracht en coördinatie. Zodra je baby een heeft beweging, heeft hij controle over de spieren die de beweging aansturen. Je baby heeft de reflex dan niet meer nodig.
De zoekreflex
Je baby zoekt van nature naar de borst om te drinken. Dit merk je als je over de wang van je baby aait. Hij zal dan naar je hand toedraaien en proberen te sabbelen. Dit reflex helpt je baby om de tepel te vinden voor borstvoeding.
De zuigreflex
Als je baby je borst of het flesje heeft gevonden (of denkt dat hij het heeft gevonden) zal hij beginnnen met zuigen. En wat een kracht! De zuigreflex is ontzettend sterk. Dat is ook nodig, want het kost best wel wat kracht om melk uit de borst te drinken.
De grijpreflex
Je zal misschien wel gemerkt hebben hoe sterk de grip van je baby is. Als hij eenmaal je haar vast heeft, laat hij niet zomaar los! Je baby is een kleine krachtpatser. Dit reflex komt waarschijnlijk uit de tijd dat baby’s zich nog moesten vastklampen aan de moeder. Nu activeer je het door met één vinger op de handpalm te drukken. Dit reflex bewijst ook dat de lange zenuwbanen van je baby goed functioneren. Een goed teken dus!
De babinski-reflex
Dit reflex is vergelijkbaar met de grijpreflex, maar dan voor de voeten! Als je met je vinger zachtjes onder de tenen drukt, zal je baby zijn tenen om je vinger heen grijpen. Als je met je vinger over de voetzool naar beneden gaat, strekt je baby zijn tenen. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van spieren in de benen en voeten. Deze reflex blijft vaak zo’n zes maanden aanwezig.
De schrikreflex
Is er een onverwachte beweging of een hard geluid? Je baby zal hierop reageren met de schrikreflex (ook wel ‘Moro-reflex’). Hij strekt zijn armen en benen dan wijd, strekt zijn vingers en opent zijn mond. Daarna zwaait hij zijn armen naar voren en zal hij vaak huilen. Dit is een roep om hulp naar jou, zijn veilige basis.
De asymmetrische tonische nekreflex
Als je het hoofd van je baby opzij legt, zal hij zijn arm en been aan die kant strekken. Zijn andere arm en been buigt hij. Dit is super handig: het zorgt er namelijk voor dat je kleine niet zomaar omrolt. Ook ontwikkelt je baby zijn zicht door naar zijn gestrekte arm te kijken. Focussen op een afstand is nog best wel een oefening! Dit is het begin van de oog-handcoördinatie: een belangrijke ontwikkeling voor de motoriek.
De loopreflex
Je baby is nog lang niet toe aan lopen, maar toch heeft hij al wel een loopreflex! Je herkent dit als je hem met zijn voetjes op een harde ondergrond zet. Houd je baby natuurlijk wel vast onder zijn armen. Wanneer zijn voetjes de grond raken, zal hij ze optillen! Je baby maakt dan een soort stap.
Wanneer verdwijnen reflexen?
Je zal merken dat de reflexen vanzelf verdwijnen als je baby ze niet meer nodig heeft. Je baby krijgt steeds meer spiercontrole, en kan op den duur vanuit controle bewegen. De reflexen maken dan plaats voor nieuwe vaardigheden. Dit gebeurt vaak tussen de drie en vier maanden.
Bied bewegingsvrijheid
Het is belangrijk dat je baby voldoende bewegingsvrijheid heeft. Zo kan hij motorische vaardigheden ontwikkelen. Leg je baby bijvoorbeeld op een dunne, zachte beweegmat. Vermijd kussens of meubels die je baby in een vaste positie dwingen, zoals een wipstoel of een loopstoel. Hierdoor kan je baby minder vrij bewegen en dus minder oefenen met motorische vaardigheden.
Stimuleer de motoriek door de beweegruimte
Hoe richt je de beweegruimte in om de ontwikkeling te stimuleren?
Je huis is voor je baby een vertrouwde basis. Dit maakt het de ideale ruimte om te ontdekken. Je baby kan zich namelijk pas volledig laten leiden door nieuwsgierigheid als hij zich veilig voelt.
De plek waar je baby wakker-tijd doorbrengt noemen we de ‘beweegruimte’. Het is belangrijk hoe je deze ruimte inricht. De beweegruimte kan je baby namelijk tegenhouden of juist uitnodigen om te spelen. Daardoor kan een fijne beweegruimte ervoor zorgen dat je baby meer beweegt, sterker wordt en de hersenen beter ontwikkelt.
Er zijn een aantal dingen waar je op kan letten bij het inrichten van de beweegruimte. Wij leggen je uit hoe het zit.
Creeër een ‘ja’ ruimte
Een ‘ja’ ruimte is een veilige ruimte waarin je baby vrij is om alles te ontdekken. Je baby mag hier alles aanraken en pakken. De ruimte is zo ingericht dat jij niet constant ‘nee’ hoeft te zeggen.
Gebruik een bewegingsmat
Als het gaat om beweegruimte denken veel ouders aan een box. We laten je graag zien dat het ook anders kan, met een beweegmat. Dit is een platte, zachte mat die bij voorkeur op de grond ligt. In tegenstelling tot een box kan je baby hierop vrijuit bewegen. Bij een box kan je baby bijvoorbeeld tegen de rand komen te liggen waardoor hij zijn armen of benen niet kan strekken. Bij een beweegmat is dit anders. Je baby ligt hier namelijk niet in een vaste positie. Zo kan de motoriek van je kind beter ontwikkelen.
De beweegruimte in plaats van een wipstoeltje
De beweegruimte is een prachtig alternatief voor een wipstoeltje. Een wipstoeltje zet je kind namelijk in een vaste, vrij rechte positie. Je kind heeft daardoor een houding waar hij lichamelijk misschien nog helemaal niet aan toe is. Het is daarom beter om je kind meer bewegingsvrijheid te geven. Door vrij te bewegen leert je kind veel meer vaardigheden.
Blijf in het zicht
Na negen maanden in je buik is je baby het gewend om dicht bij jou in de buurt te zijn. Nu jullie minder fysiek contact hebben, is het heel geruststellend voor je baby om te weten dat jij toch dichtbij bent. Je baby vind het daarom fijn als hij jou kan zien, ookal is het vanuit zijn ooghoeken. Dit geeft hem het vertrouwen om zelf op ontdekkingstocht te gaan.
Blote handjes en voetjes
Het is fijn voor je baby om met blote handen en voeten te spelen. Baby’s ontdekken namelijk door te voelen. Ook heeft je kleine meer grip als hij zich met blote voetjes kan afzetten. Zorg wel dat het lekker warm is, zodat je baby het niet koud krijgt.
Kijk, dat ben jij!
Het is leuk en leerzaam voor je baby om zichzelf te zien. Je kunt hiervoor een spiegel horizontaal bevestigen aan de muur. Maak de spiegel stevig vast en zorg dat er geen scherpe randen zijn. Je baby leert door zijn reflectie over zijn eigen lichaam. Dat is voor je kleintje namelijk allemaal nog nieuw, en ook reuze interessant. Bovendien is een spiegel een leuke uitdaging voor tummy-time. Je baby zal zijn hoofdje optillen om zijn eigen reflectie te zien.
Kijkmobiel
Een kijkmobiel is een leuke toevoeging aan de beweegruimte. Het stimuleert het zicht en de hersenontwikkeling van je baby, én is daarnaast ook gewoon ontzettend leuk. Kies voor een kijkmobiel met veel contrast en zonder batterijen. Het is namelijk het beste voor je kind als de kijkmobiel alleen rustig met de lucht beweegt. Een kijkmobiel die op batterijen draait kan je kind overprikkelen.
Eerste stap naar zelfstandigheid
Vanaf de derde maand is je baby toe aan wat meer zelfstandigheid. Hij toont misschien al interesse in specifiek speelgoed en doet zijn best om dit te pakken. Je kan dan een lage, open kast met speelgoed naast de beweegmat plaatsen. Zorg dat het speelgoed binnen je baby’s blikveld en handbereik ligt. Zo kan je baby zelf speelgoed pakken.
We hoeven niet te entertainen
Als je je baby in de beweegruimte legt hoef je als ouder niet te entertainen. Uiteraard ben je in de buurt maar je hoeft dus niet speelgoed in de handjes te drukken of telkens heen en weer te schudden om de aandacht te krijgen of je kindje te vermaken. Als jij druk bent met entertainen, kan je baby zich onmogelijk concentreren.
Als een baby zichzelf vermaakt, heeft je baby controle over dat aspect en kan er gekozen worden wat, hoe en hoe lang je baby ergens mee bezig wil zijn. Probeer je baby niet te onderbreken of in te grijpen, ook niet om te prijzen of een compliment te geven. De concentratie van je baby is fragiel en breekbaar. Als je deze concentratie met regelmaat onderbreekt door te helpen, te prijzen of te corrigeren zal je baby zich voortaan op jou richten voor vermaak. Baby’s zijn wonderbaarlijke wezens. Als jij de omgeving voorbereidt en alleen observeert, doet je baby verbazingwekkende dingen.
Brein
In de eerste paar maanden na de geboorte maakt het brein van je baby dagelijks honderdduizenden nieuwe neurale verbindingen aan. Dit proces wordt synaptogenese genoemd. Het is in deze periode dat de hersenen van je baby het meest kneedbaar zijn, een concept dat bekend staat als neuroplasticiteit. Deze plasticiteit stelt de hersenen in staat zich aan te passen en te leren van de omgeving.
In deze fase ontwikkelt je baby de cognitieve vermogens snel. De hersenen groeien en maken veel nieuwe verbindingen. Je baby begint patronen en routines te herkennen, zoals het herkennen van de stem van de ouders of het tijdstip van voeding. Je baby begint gezichten en objecten te herkennen.
Zien en herkennen
Een pasgeborene heeft een beperkt zicht. Tegen de tijd dat je baby vier maanden oud is, heeft je baby echter al een aanzienlijke vooruitgang geboekt in hun visuele herkenning. Rond de derde maand begint je baby gezichten te herkennen en kan je kindje
verschillen onderscheiden tussen bekende en onbekende gezichten, wat cruciaal is voor de vorming van vroege sociale banden.
De gezichtsscherpte van je baby ontwikkelt zich snel; van wazig zicht in de eerste dagen tot het latere vermogen om objecten van dichtbij scherp te zien. Een pasgeboren baby fixeert kort en heeft een zichtbereik van twintig tot dertig centimeter. Dit is ongeveer de afstand tussen jouw gezicht en je baby tijdens het voeden.
De ogen van je baby richten zich van nature op contrasten. Een schaduw of een donkere lijst op een lichte muur kan fascinerend zijn voor je baby. Je baby kan hier geruime tijd naar staren.
Je baby heeft de voorkeur voor geometische figuren. Dit kan te maken hebben met de aangeboren neiging om naar gezichten te kijken. Gezichten hebben bepaalde geometrische eigenschappen, zoals twee ogen boven een mond, die enigszins kunnen worden nagebootst door bepaalde geometrische figuren.
Door naar contrastrijke geometrische figuren te kijken, worden de zenuwcellen in de hersenen van je baby geactiveerd. Deze activatie is cruciaal voor de ontwikkeling van de visuele paden. Hoe meer baby’s deze neurale paden gebruiken, hoe sterker en efficiënter ze worden.
Kleurperceptie begint zich te ontwikkelen. Je baby leert in deze fase primaire kleuren onderscheiden. Naarmate je baby zich ontwikkelt zal je baby meer contact maken en bewegingen volgen met de ogen.
Bewegen
Bewegingsvrijheid is een belangrijke manier om je baby vanaf de geboorte vrijheid te geven. Dit stimuleert de grove en fijne motoriek, ontwikkelt een groter bewustzijn van het lichaam, bouwt aan vertrouwen en het leren oplossen van problemen, reeds in een vroeg stadium van je baby’s ontwikkeling.
Je baby komt ter wereld met zogenaamde reflexmatige reacties. Reflexen zijn automatische reacties van je baby op prikkels uit zijn omgeving, die hem in staat stellen te reageren. Sommige reflexen zijn er puur op gericht om buiten de baarmoeder te overleven, zoals zoek- en zuigreflex. Andere reflexen, zoals schrik- en grijpreflex, stammen uit oude tijden waarbij baby’s zich aan de moeder vastklampten om rondgedragen te worden.
Natuurlijk ontwikkelingsproces
Elke baby doorloopt een natuurlijk ontwikkelingsproces. Dit proces is niet te versnellen; het kan wél worden vertraagd. Het doel is om je baby in staat te stellen zijn controle en coördinatie geleidelijk te
vergroten, níet om het proces te versnellen. Een kort biologisch lesje: een pasgeboren baby heeft zeer beperkte motorische vaardigheden, zowel grof als fijn. Om spiercontrole te ontwikkelen in een bepaald deel van je baby’s lichaam, moet de myelinisatie compleet zijn.
Myeline is een vettige stof die de axonen, de uitlopers van de zenuwcellen, omhult en zo de zenuwsignalen efficiënt laat verlopen. Zodra de myeline zich heeft gevormd, kan je baby de desbetreffende spier controleren. Deze myelinisatie verspreidt zich van het hoofd naar beneden en van de romp naar de armen, handen en uiteindelijk de vingers. De grove en fijne motorische ontwikkeling volgt eenzelfde patroon: controle over het hoofd komt eerst, gevolgd door de romp, en tenslotte de beentjes en voetjes.
Grove motoriek
In buikligging
- Je pasgeboren baby ligt asymmetrisch met gebogen armen en benen en de wang rust op de ondergrond; je baby kan het hoofd slechts voor een korte tijd optillen.
- Je baby’s armen en benen zijn geleidelijk aan minder gebogen, het hoofd kan voor enkele seconden worden opgeheven.
- Je baby ligt met een rechte rug, steunend op de onderarmen en het bekken, houdt het hoofd bijna een minuut omhoog en kan het naar beide kanten draaien.
- Je baby duwt zich vanaf de borstkas omhoog en leunt stevig op de onderarmen.
In rugligging
- Je pasgeboren baby ligt asymmetrisch met gebogen ledematen, het hoofd gedraaid opzij en vertoont een schrikreflex bij harde geluiden. Hierbij spreidt je baby armen en benen, en trekt ze daarna tegen het lichaam.
- Je baby is in staat het hoofd kortstondig in het midden te houden; armen en benen zijn nu minder gebogen.
- Je baby ligt met een rechte rug; de schrikreflex neemt af.
- Je baby begint de bovenbenen aan te raken, later ook de knieën, en rolt van de ene naar de andere kant.
Fijne motoriek
- Je baby heeft een grijpreflex. Wanneer iets de palm van je baby’s hand raakt, sluiten de handjes zich automatisch. De handen zijn vaak in een vuistvorm.
- De handen van je baby zijn vaker geopend, met vergeefse grijppogingen. Het hele lijfje beweegt mee.
- Je baby bekijkt de vingers en speelt ermee. Je baby opent de handen vaker en houdt ze voor het gezicht.
- Je baby oefent het grijpen bewust. Betast en onderzoekt steeds meer alles met de mond.
Geluid en communicatie
Hoewel je baby in deze leeftijdsfase nog niet kan praten, zijn de hersenen al druk bezig met het verwerken van geluiden. Je baby’s gehoor ontwikkelt zich vanaf de geboorte steeds verder, het begint bekende geluiden te herkennen, zoals de stem van de ouders. Dit vormt de basis voor toekomstige taalontwikkeling.
Het gehoor van je baby is functioneel ontwikkeld bij de geboorte, en blijft zich verfijnen in de eerste twee jaar na de geboorte. Je baby reageert op geluiden en stemmen. Je baby reageert rustig op vertrouwde stemmen bekend vanuit de baarmoeder.
Er is een duidelijke reactie op de stem van jou als ouder, je baby kan getroost worden door zachte, kalmerende spraak. Door met je baby te praten en te zingen, introduceer je taal en geluiden. Dit helpt bij de ontwikkeling van luistervaardigheden, taalverwerving en emotionele binding. Je baby imiteert je door mond- en lichaamsbewegingen.
Muziek heeft een positief effect op de emotionele en cognitieve ontwikkeling van je baby. Dit kunnen bekende geluiden of zachte melodieën zijn.
Voorlezen aan je baby helpt bij het introduceren van concepten, geluiden en ritmes van taal, wat op zijn beurt de cognitieve en taalontwikkeling stimuleert. Baby’s die regelmatig voorgelezen worden ontwikkelen betere luistervaardigheden en een grotere woordenschat.
Verbinding en emotie
Verbinding speelt een belangrijke rol in deze fase. Onderzoek heeft aangetoond dat fysiek contact de productie van oxytocine stimuleert, een hormoon dat bijdraagt aan gevoelens van liefde en verbondenheid. Wanneer baby’s worden geknuffeld, gestreeld en door huid-op-huid contact wordt hun hersenontwikkeling direct gestimuleerd. Dit helpt bij het opbouwen van een basis voor emotionele intelligentie.
Je baby maakt contact door huilen. Huilen is een van de eerste manieren waarop baby’s communiceren. Door te huilen kunnen ze laten merken dat ze iets nodig hebben en aandacht willen. Door responsief te zijn en te reageren op de behoeften van je baby, leer je je baby om emoties te reguleren. Dit helpt bij het leggen van een basis voor zelfregulatie en emotionele intelligentie.
Een consistente en liefdevolle interactie helpt bij het opbouwen van een gevoel van veiligheid en vertrouwen bij je baby. Deze gevoelens van veiligheid en vertrouwen ondersteunen het willen verkennen van de omgeving en nieuwsgierigheid van je baby. Je baby wil vanuit deze veiligheid op ontdekking. Dit is een belangrijk aspect voor cognitieve en sociale ontwikkeling.
De ervaringen van liefde, zorg en verbondenheid in deze vroege maanden leggen een stevige basis voor emotionele intelligentie. Deze intelligentie is belangrijk voor het navigeren door sociale situaties en het opbouwen van gezonde relaties in de toekomst.
De emotionele verbinding helpt bij het ontwikkelen van vroege communicatievaardigheden. Je baby leert emoties en intenties van anderen te begrijpen door middel van non-verbale signalen.
Observeren en begrijpen
Door je baby aandachtig te observeren, kun je subtiele nuances oppikken en de omgeving hierop aanpassen. Hoe reageert je baby op de omgeving? Welke bewegingen maakt je baby? Zie het als een gezamenlijke reis van ontdekken en verbinden. Voor de beweegruimte kun je hierbij denken aan:
Hoe je baby zich gedraagt in de beweegruimte: is je baby ontspannen, verveeld of lijkt hij overweldigd? Ga naast je baby liggen en probeer de ruimte vanuit het oogpunt van je baby te zien. Wat valt je op? Hoe kun je de omgeving aantrekkelijk maken zonder overstimulatie? Zorg dat je baby je kan zien, ook al is het vanuit de ooghoeken. Dit geeft het vertrouwen om zelf op ontdekkingstocht te gaan.
Zijn er obstakels die de ontwikkeling van je baby in de weg staan, zoals een box of een wipstoel, kunnen die verwijderd worden om meer vrijheid te geven?
Moet het speelgoed aangepast worden? Bewaar materialen die momenteel niet gebruikt worden en haal ze weer tevoorschijn wanneer je baby toe is aan nieuwe uitdagingen.
Deze observaties geven je nieuwe inzichten over je baby. Zijn er dingen die je wilt veranderen aan de omgeving, de manier waarop je je baby stimuleert of obstakels die verwijderd moeten worden? Het is ook een prachtige manier om je baby te leren kennen, dus geniet als je je baby observeert.